Slachtofferhulp.nl gebruikt functionele en analytische cookies. Deze cookies maken het gebruik van onze website mogelijk en helpen ons om de website te verbeteren. Accepteer je dat we ook tracking cookies gebruiken? Met deze cookies kun je advertenties van ons zien. Lees de cookieverklaring voor meer informatie.

Privacy | Cookieverklaring | Cookie instellingen

Misbruik in de jeugdzorg

De commissie De Winter heeft onderzoek gedaan naar geweld in de jeugdzorg in de periode 1945 tot heden. De commissie heeft inmiddels honderden meldingen ontvangen van psychisch, lichamelijk of seksueel geweld in de jeugdzorg.

Hoe kan ik informatie krijgen over mijn melding?

Als je melding hebt gemaakt en daar vragen of opmerkingen over hebt, kun je  contact opnemen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport via Dienstpostbus Team de Winter.

Wat kunnen wij voor je doen?

Je kunt met je verhaal terecht bij onze speciaal getrainde medewerkers. We gaan met je in gesprek en kijken samen met jou wat je nodig hebt. Zo kunnen we je bijvoorbeeld in contact brengen met lotgenoten. Lotgenotencontact kan je helpen bij het omgaan met ingrijpende gebeurtenissen. Ook kunnen we je helpen als je aangifte wilt doen en verwijzen we je door naar Perspectief Herstelbemiddeling als je contact met de dader of instelling wilt.

Wie hebben melding gedaan?

Slachtoffers zelf hebben de meeste meldingen gedaan, maar ook andere betrokkenen zoals ouders, kinderen of partners. De meeste meldingen die zijn gedaan stammen uit de jaren '60 en komen vooral uit de residentiële jeugdzorg en de pleegzorg.

Resultaten van het onderzoek

De commissie heeft op 12 juni 2019 de definitieve resultaten van het onderzoek gepubliceerd. Lees het nieuwsbericht over het onderzoek.

  • Driekwart van de kinderen die tussen 1945 en nu in de jeugdzorg heeft gezeten, heeft daar te maken gehad met fysiek, psychisch of seksueel geweld.
  • Veel kinderen hebben op meerdere adressen geweld meegemaakt.
  • De meeste kinderen hebben meerdere vormen van geweld meegemaakt.
  • Het betrof voornamelijk structureel geweld. Gemiddeld hield het geweld 7,5 jaar aan.
  • Meer dan de helft van de slachtoffers heeft het geweld als kind niet gemeld.
  • Het toezicht op de kinderen in instellingen en in pleeggezinnen heeft tijdens de afgelopen 70 jaar grote manco’s gekend.
  • Tot 1970 was vooral het fysieke geweld door groepsleiding en pleegouders zichtbaar. Na 1970 verschuift dit naar psychisch geweld en onderling fysiek geweld tussen kinderen.
  • Het overgrote deel van de melders geeft aan psychische klachten te hebben door wat ze als kind hebben meegemaakt. Met name het psychisch geweld heeft grote negatieve gevolgen gehad voor de verdere levensloop van slachtoffers, onder meer op het gebied van sociale en intieme contacten.