Medewerker Hilke over hulpverlening na explosie Tarwekamp: "Vergeten doe je het nooit"

Een jaar na de verwoestende explosie op de Tarwekamp in Den Haag biedt Slachtofferhulp Nederland nog steeds ondersteuning aan 45 direct getroffen bewoners. De hulpverlening loopt door tijdens het strafproces en richt zich op zowel de emotionele als praktische behoeften. Daarnaast heeft de organisatie in het afgelopen jaar 62 inwoners van de wijk Mariahoeve geholpen. Hoe verloopt deze hulpverlening in de eerste acute fase? Dit is het verhaal van medewerker Hilke.

7 december 2024. Het is ongeveer kwart over zes ‘s ochtends. Hilke Smaling, vrijwilliger bij Slachtofferhulp Nederland en woonachtig in de Haagse wijk Mariahoeve, wordt kort wakker. Ze draait zich vervolgens weer om, want het is nog vroeg. Niet veel later wordt duidelijk dat de enorme explosie op de Tarwekamp haar wekte, en dat terwijl ze op een kleine twee kilometer afstand woont.

In de loop van de ochtend komt er een piketmelding van Slachtofferhulp binnen. “Ik ga wel”, zei Hilke direct. “Want ik woon vlakbij.” Buurtbewoners worden op dat moment opgevangen in het Stadsdeelkantoor, dus gaat Hilke rechtstreeks daarnaartoe. “Ik kwam in een zaaltje terecht waar de slachtoffers werden ondergebracht. Daar zaten rond de veertig mensen in een grote kring. Sommigen waren aangeslagen en tot sommigen was nog helemaal niet doorgedrongen wat er was gebeurd.”

Helikopterview

Hilke probeert de situatie in kaart te brengen. Een ‘helikopterview’, zoals ze het zelf noemt. “Je inventariseert wie in de toekomst contact wil met Slachtofferhulp en noteert die gegevens. Daarnaast bied je een luisterend oor. Niet veel later kwamen er meer collega’s bij.” Ook stichting Lichtpuntjes, een steunpunt in de wijk, komt snel ter plaatse. “Zij namen onder andere soep, broodjes, kleding en tandenborstels mee. ” Terwijl de uren verstrijken, worden steeds meer mensen opgehaald door familie.

Ook worden sommige bewoners opgevangen in een hotel in het centrum van Den Haag. Zondag, de dag na de explosie, wordt gevraagd wie daar vanuit Slachtofferhulp naartoe kan ter ondersteuning. Hilke steekt direct haar vinger op. Samen met een collega gaat ze ernaartoe. “Allerlei hulpverlenende instanties waren daar. Ook burgemeester Jan van Zanen kwam langs. Hij stelde zich op als een echte burgervader. Bij het eerste tafeltje dat hij zag, zakte hij door z’n knieën en ging in gesprek. Op gelijke hoogte. Dat vond ik heel mooi om te zien.”

Zelf gaat Hilke ook in gesprek met de aanwezige bewoners. De meesten heeft ze een dag eerder al gesproken in het Stadsdeelkantoor. “Opnieuw noteerde ik wat namen en adressen. Die heb ik de volgende dag doorgegeven binnen Slachtofferhulp en dan worden er gesprekken ingepland. Je hebt dan toch het idee dat je iets kan doen op dat moment.”

‘We normaliseren de reacties’

Niet veel later komt de volgende vraag. Op maandagochtend is er opvang nodig op de basisschool in de wijk. “Ik zat toch al in de flow en je voelt je ook wel heel betrokken. Daar ben ik met een collega naartoe gegaan om de docenten op te vangen. Het onderwijspersoneel is natuurlijk ook verdrietig. Ze begrijpen het niet en het dringt nog helemaal niet tot ze door. Wij normaliseren die reacties. Dat het allemaal mag wat je voelt, dat het erbij hoort en dat het niet erg is. Leerlingen mogen best zien dat je verdrietig bent.”

Alleen al in de maand december zijn medewerkers van Slachtofferhulp bij zestien verschillende bijeenkomsten geweest. In die eerste weken lag de nadruk vooral op structuur bieden in een chaotische situatie. Slachtofferhulp ondersteunde bij uitvaarten, schade- en verzekeringskwesties en psychosociale zorg. Pas nadat de acute fase voorbij was, ontstond er voor veel cliënten ruimte voor verwerking.

Op 17 maart werd er een speciale lotgenotenbijeenkomst georganiseerd. Ook toen kwam de vraag: wie kan daar vanuit Slachtofferhulp naartoe? “Ik was behoorlijk ingevoerd dus ik dacht: dat doe ik wel”, blikt Hilke terug. “Dat was heel bijzonder. Daar zagen mensen elkaar soms weer voor het eerst en hoor je wat de impact is. Dat is heel triest.”

Bezoek aan de Tarwekamp

Zelf is Hilke pas maanden later naar de plek toegegaan. “Dat heb ik uitgesteld tot het voorjaar”, vertelt ze. “Ik was bang dat ik anders te veel emotie zou toelaten. Dat is niet goed voor mezelf, maar ook niet voor m’n cliënten. Dat doet namelijk wel wat met je. Ik ben blij dat ik het op die manier gedaan heb.”

Inmiddels is het een jaar later. “En het is nog lang niet klaar”, aldus Hilke. Ze noemt het ‘goed’ dat er op 7 december een herdenking is voor alle betrokkenen. Zelf gaat ze er ook naartoe. “Misschien sluit dat ook iets af voor mij. Ik heb er zelf nooit slapeloze nachten van gehad. Als ik die zou hebben, dan moet ik stoppen met dit werk. Maar dat wil niet zeggen dat ik er nooit over nadenk. Vergeten doe je het nooit. Dit blijft in het nationaal geheugen.”

 

Slachtofferhulp.nl gebruikt functionele en analytische cookies. Deze cookies maken het gebruik van onze website mogelijk en helpen ons om de website te verbeteren. Met jouw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Met deze cookies kun je onze YouTube-video's zien. Door op "Accepteren" te klikken geef je toestemming voor het plaatsen van deze cookies. Lees de cookieverklaring voor meer informatie.

Slachtofferhulp.nl gebruikt functionele en analytische cookies. Deze cookies maken het gebruik van onze website mogelijk en helpen ons om de website te verbeteren. Met jouw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Met deze cookies kun je onze YouTube-video's zien. Door op "Accepteren" te klikken geef je toestemming voor het plaatsen van deze cookies. Lees de cookieverklaring voor meer informatie.