Slachtofferhulp.nl gebruikt functionele en analytische cookies. Deze cookies maken het gebruik van onze website mogelijk en helpen ons om de website te verbeteren. Accepteer je dat we ook tracking cookies gebruiken? Met deze cookies kun je advertenties van ons zien. Lees de cookieverklaring voor meer informatie.

Privacy | Cookieverklaring | Cookie instellingen

'Geweld tegen LHBTI’s moet serieus genomen worden’

'Geweld tegen LHBTI’s moet serieus genomen worden’

Tijdens de Pride wordt opgeroepen tot meer inclusiviteit en waardering voor de LHBTI+ community. Er wordt gevierd dat je kunt zijn wie je bent en mag houden van wie je wil. Dat de Pride nog steeds nodig is, weet Jesse Cornelissen, medewerker bij Slachtofferhulp Nederland, als geen ander: "Nederland is geen homoparadijs, er is veel intolerantie. Dat heb ik zelf helaas vaak genoeg ervaren."

Meer dan een feest

“De Pride is een dag waarop ik veiliger over straat kan, het voelt als een feestdag. In aanloop naar Pride hoor ik veel verhalen over waarom het nog steeds nodig is” vertelt Jesse.  De Pride is namelijk zoveel meer dan alleen het feest op die ene dag. Het is bedoeld om bewustwording te creëren voor de LHBTI+ gemeenschap en de situaties waarmee zij op dagelijkse basis mee te maken krijgen. Uit onderzoek van COC Nederland blijkt bijvoorbeeld dat zeven van de tien LHBTI’s te maken krijg met discriminerend geweld, zowel verbaal als fysiek. Het aantal geregistreerde gevallen van discriminatie en geweld tegen LHBTI’s steeg van 428 in 2009 naar 2072 in 2019. “Vorige week nog was er veel aandacht voor Fréderique, die in elkaar werd geslagen, omdat ze geen antwoord wilde geven op de vraag of ze een jongen of een meisje is. Dat is schokkend en belachelijk dat zoiets nog steeds gebeurd”, vervolgt Jesse. “Je zou verwachten dat dit soort media-aandacht ook wat oplevert. Dat er minder haat is, maar dat lijkt helaas niet zo te zijn.”

‘Nederland is geen homoparadijs’

LHBTI’s voelen zich minder veilig en zijn vaker slachtoffer van geweld dan heteroseksuele Nederlanders. Ze krijgen wegens hun seksuele identiteit vaker te maken met belediging, bedreiging, openlijke geweldpleging, zware mishandeling, vernieling, stalking, poging tot doodslag, aanranding, verkrachting en aanhoudende pesterijen. “Tijdens het EK voetbal had de UEFA kritiek. Ook de Nederlandse regering spreekt zich uit tegen Hongarije, waar anti-homowetgeving in werking treedt. Maar ook is Nederland is het geen homoparadijs. De tolerantie neemt af” merkt Jesse, als hij samen met zijn vriend hand in hand over straat loopt in Rotterdam. “Op bepaalde locaties in Rotterdam zie je het aankomen. Als groepen jongens op ons afkomen, is mijn vriend snel geneigd om mijn hand los te laten. Als zo’n groep voorbij loopt, schelden ze ons in het voorbijgaan uit met ‘kankerhomo’ of ‘kankerflikker’. Het is erg om te moeten toegeven, maar ik ben het helaas gewend. Het gebeurt niet incidenteel, maar structureel. Een paar keer per maand wel.”

Prioriteit strafrechtketen

De aanpak van geweld tegen LHBTI’s is sinds 2015 prioriteit voor politie, OM, gemeenten en het ministerie van Veiligheid & Justitie. De strafeis bij discriminerend geweld werd in 2011 verhoogd met 100 procent. Toch past 60% van de LHBTI’s hun eigen gedrag aan om negatieve reacties te voorkomen, blijkt het onderzoek dat Jesse heeft gedaan voor zijn studie Victimologie: “Uit mijn onderzoek blijkt dat een deel van de mensen hun gedrag zeker aanpast: ze kijken wel drie keer om voordat ze de deur uitgaan, gedragen zich stoerder om negatieve reacties te voorkomen, enzovoorts.”

Niet downplayen

Slachtoffers van hate crimes kampen met gevoelens van onveiligheid, die soms heel diep kunnen gaan omdat het een aanval is op jou als persoon. Jesse: “Je wordt aangevallen op je ‘zijn’. Dat is extra heftig.” Juist daarom is Jesse aan de slag als medewerker van Slachtofferhulp Nederland: “We zien dat sommige mensen zichzélf de schuld geven van een nare gebeurtenis, of dat de buitenwereld niet altijd goed reageert. Zo van: maar je was toch ook op die plek, daar kun je negatieve reacties verwachten. Dat is nooit goed, jij als slachtoffer hebt hier nóóit schuld aan. Ik wil mij hiervoor inzetten, en laten zien dat je er niet alleen voor staat. Daar worden we bij Slachtofferhulp uitgebreid in getraind natuurlijk. Hierbij kan ik mijn eigen ervaringen inzetten. Zo weet ik dat het heel belangrijk is om geweld tegen LHBTI’s niet te bagatelliseren, maar serieus te nemen. Ook moet je de gevolgen en nasleep van een gebeurtenis, zoals stressreacties, goed in de gaten te houden. En het is in dit geval ook goed dat Slachtofferhulp lotgenotencontact kan aanbieden voor wanneer je te maken hebt gehad met een geweldsdelict.”